Op 1 juli 2015 is de Wet Raadgevend Referendum ingegaan. Daarmee kunnen burgers een nationaal referendum aanvragen over wetten en verdragen nadat deze door de Tweede en Eerste Kamer zijn aangenomen. Hoe steekt deze wet in elkaar en wat kan je ermee?

NOOT: Op 10 juli 2018 stemde de Eerste Kamer in met afschaffing van het raadgevend referendum. Ons standpunt blijft dat de intrekkingswet niet in werking kan treden, doordat de inwerkingtreding wordt opgeschort door de referendumwet. Wordt vervolgd...

De spelregels

  • Het gaat om een nationaal correctief referendum: burgers kunnen via het referendum proberen om de invoering van een wet of verdrag tegen te houden. Ze kunnen niet een eigen voorstel ter stemming brengen (het volksinitiatief). De wet regelt geen referendum op gemeentelijk of provinciaal niveau.

  • Uitgezonderde onderwerpen zijn de grondwet, de monarchie, de begroting, en wetten die uitsluitend besluiten van internationale organisaties implementeren (bijvoorbeeld Europese richtlijnen). Ook kunnen geen referenda gehouden worden over verdragen die tevens van kracht zijn in de Caribische koninkrijksdelen. Deze hebben namelijk geen referendumprocedure. Maar referenda over EU-verdragen, belastingen, sociale zekerheid, economisch beleid, immigratie, enz. enz. zijn zonder meer mogelijk.

  • Burgers moeten eerst 10.000 handtekeningen inzamelen binnen 4 weken, en als deze zijn goedgekeurd nogmaals 300.000 handtekeningen binnen 6 weken. De handtekeningen van de eerste fase tellen niet mee voor de tweede fase. Handtekeningen mogen door iedereen vrij op straat worden ingezameld, op officiele formulieren die de overheid ter beschikking stelt (kopieën daarvan zijn toegestaan). Dankzij de app van GeenPeil (de drijvende kracht achter het Oekraine-referendum van 6 april 2016) is er nu ook de facto online handtekeningeninzameling: burgers tekenen dan hun handtekening met hun computermuis of hun vinger op een electronisch scherm en de initiatiefnemers printen deze weer op officiele papieren formulieren en leveren deze bij de overheid in. De wet zegt verder dat de overheid ook een officieel systeem voor electronische handtekeningeninzameling kan implementeren, maar dat daarvoor eerst een AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) moet worden aangenomen. Daarvoor heeft de regering nog een actie ondernomen.

  • Er geldt een opkomstdrempel van 30 procent van de kiesgerechtigden. De uitslag van het het referendum is niet bindend, hoewel politici zich nauwelijks kunnen permitteren om een uitslag te negeren (zeker niet als de opkomstdrempel gehaald is).

  • Er is tegelijk met de Wet Raadgevend Referendum ook een grondwetswijziging ingediend om het referendum bindend te maken, maar daarvoor ontbreekt momenteel de benodigde tweederde meerderheid omdat VVD, CDA, CU en SGP tegen zijn. Daarom hebben de voorstanders in de Tweede Kamer tegelijk ook deWet Raadgevend Referendum ingediend (die met een gewone meerderheid kon worden aangenomen).

  • Een onafhankelijke Referendumcommissie ziet toe op een eerlijk verloop van het referendum, stelt de precieze referendumvraag vast, en is verantwoordelijk voor objectieve informatieverstrekking aan de bevolking. De commissie verdeelt ook maximaal 2 miljoen euro aan subsidie aan de ja- en nee-campagnes, volgens richtlijnen die ze zelf vaststelt.

  • Wetten kunnen spoedeisend worden verklaard, en worden dan meteen na de parlementaire goedkeuring van kracht, maar achteraf kan er nog steeds een referendum over gehouden worden.

  • Burgers kunnen het besluit om al dan geen referendum te houden, voor de rechter aanvechten.

Standpunt Meer Democratie

Wij zijn blij dat er na zoveel decennia discussie eindelijk een nationale referendumwet is ingevoerd, maar de huidige regeling is toch nog erg gebrekkig:

  • Het referendum moet zo snel mogelijk bindend worden gemaakt.

  • Er is geen reden om de grondwet, de monarchie of de begroting uit te zonderen van referenda. Juist over zulke belangrijke zaken moet de bevolking zich ook uit kunnen spreken. Anders wordt het referendum een fopspeen.

  • Een opkomstdrempel is een aantasting van het democratisch proces – ze gelden ook niet voor verkiezingen – en maken boycotcampagnes mogelijk. Ze vertekenen daarmee ook de uitslag. Dit heeft iedereen kunnen zien bij het Oekraïne-referendum.

  • De praktijk zal straks moeten uitwijzen of de handtekeningendrempels niet te hoog zijn en de termijnen voor inzameling en campagnevoeren niet te kort. Deze processen hebben tijd nodig.

Politici doen er goed aan om het referendum niet te zien als een lastige en bedreigende stoorzender die daarom van alle kanten ingeperkt moet worden, maar als een kerninstrument van een bloeiende democratie en een grondrecht van burgers.

Links

Lees de Wet Raadgevend Referendum (HTML)